Brandschilderen
De populariteit van brandschilderen heeft door de eeuwen heen een op- en neergaande lijn vertoond.
Middeleeuwen
In de Middeleeuwen waren ze niet in staat grote ramen voor bijvoorbeeld kerken uit één glasplaat te maken. Daarom werden zoveel kleinere glasplaatjes als nodig in lood gevat, zodat één groot raam ontstond. Ter verfraaiing werden deze kleinere glasplaten eerst nog beschilderd door middel van de zogenaamde brandschildertechniek. Meestal ging het, zoals gezegd, om kerken en de afbeelding was dan ook religieus van aard.
Renaissance
In de Renaissance werden niet alleen religieuze afbeeldingen, maar ook schilderingen van het familieleven en plaatselijke gebeurtenissen populair.
Reformatie en Barok
In de Reformatie en de Barok, speelde het brandschilderen geen rol van betekenis meer in de architectuur. Dit veranderde in de negentiende eeuw toen de Neogothiek en de Romantische stijl in de belangstelling kwamen te staan.
Neogothiek
Er volgde een nieuwe opleving van gebrandschilderd glas, waarbij genoemde stijlen werden gevolgd.
Moderne tijd
In de twintigste eeuw tot heden worden de stijlen meer bepaald door individuele glaskunstenaars. Wat in de huidige tijd van belang is voor het behoud van oud gebrandschilderd glas en glas-in-lood, is dat we minder geneigd zijn oude kunstwerken te vernietigen als er bijvoorbeeld raampjes gebroken zijn. Bij de restauratie wordt ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt van oud glas en, indien mogelijk, wordt zelfs het lood hergebruikt.